Vandaag is het aandeelhouderschap nog steeds volledig in handen van een tiental Belgische mediabedrijven die samen goed zijn voor ongeveer 40 % van de omzet. De pers vormt dus nog steeds de voornaamste stakeholder van het persagentschap. Net zoals bij de oprichting haalt Belga ook vandaag nog een groot stuk van zijn omzet uit dienstverlening aan bedrijven en de groei van de laatste jaren komt vooral van dit deel. Het aandeel van de overheid in de omzet blijft ongeveer constant, ondanks de groeiende complexiteit van ons overheidsbestel.
De coronacrisis heeft opnieuw bewezen dat het persagentschap de ruggengraat vormt van onze nationale nieuwsvoorziening. Het aantal nieuwsberichten is tijdens de crisis aanzienlijk toegenomen. Berichten, foto’s en video’s van Belga worden vandaag nog meer dan vroeger overgenomen en de Belga-agenda blijft een vertrouwde planningstool bij de nieuwsredacties.
Belga blijft dan ook in de toekomst sterk inzetten om de omroepen en uitgevers van kranten, magazines en nieuwssites de ondersteunen. We helpen onze mediabedrijven om de kosten onder controle te houden door de ruggengraat van het nieuws in tekst, beeld en agenda centraal en betrouwbaar aan te bieden en door hen accuraat en snel te alerteren over nieuwe ontwikkelingen en scoops van de collega’s. Vele redacties beschouwen Belga als een team externe correspondenten op wie ze blindelings beroep kunnen doen en dat hen helpt om nog meer bezig te zijn met datgene wat het eigen nieuwsmerk onderscheidt: eigen redactionele bijdragen, interviews, duiding en commentaar in woord en beeld.
De huidige crisis leert ons dat de bereidheid om voor nieuws te betalen bij de burger opnieuw toeneemt. Verder hecht de nieuwsconsument vandaag nog meer dan vroeger belang aan betrouwbaarheid van nieuws en scoren de Belgische nieuwsmerken hier opmerkelijk veel beter dan de sociale media. Belga zal zich blijven inzetten om dit nieuws betaalbaar en betrouwbaar te houden en zal net als in het verleden blijven blijk proberen geven van een sterk aanpassingsvermogen en een drang naar innovatie tonen in het belang van de stakeholders.
TECHNOLOGIE
Het persagentschap was van bij de start gedreven door technologie. De Belga correspondenten in het buitenland telefoneerden hun nieuws door naar de redactie. Voor buitenlandse reizen gebruikte men ook de radiotelegrafie van Belradio dat met langegolfantennes alle uithoeken van de wereld kon bereiken. Stenografen tekenden de berichten op die Havas vanuit Parijs telefonisch doorgaf en Reuters werd aanvankelijk per morse en later via de telegraaf doorgestuurd.
Het Duitse D.N.B., het Franse Havas en het Britse Reuters stuurden hun berichten vanaf 1934 door via Hellschreiber, de voorloper van de fax.
Belga was in 1923 medeoprichter van “Radio-Belgique” dat zich tot doel stelde om nieuws via de radio te verspreiden. Onder druk van de dagbladen moest dit “gesproken dagblad” bondig zijn en mocht het pas uitgezonden worden als de kranten reeds verschenen waren. In 1930, bij de oprichting van I.N.R./N.I.R., werd overeengekomen dat de Belga-berichten in verkorte vorm uitgezonden werden in vijf nieuwsuitzendingen, waarbij de dagbladen uitdrukkelijk vermeld werden.
De abonnees van het persbureau ontvingen hun berichten aanvankelijk per spoedbestelling met de post en bij wijze van aanvulling per telefoon. Vanaf 1928 werd, onder impuls van de krant Le Soir, geleidelijk overgeschakeld naar overseiningen via telex. Na Le Soir in 1930 volgden in 1932 nog zeven Brusselse dagbladen en in 1933 enkele Antwerpse kranten. Tegen 1939 waren ook het I.N.R./N.I.R. en de meeste andere kranten aangesloten op het telexnet. Een authentiek exemplaar van zo’n telex is ook vandaag nog te bewonderen in het kantoor van onze hoofdredacteur.
Vanaf de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw werden computers geleidelijk aan ingevoerd. Deze technologie maakte het voor journalisten mogelijk om zelf hun teksten in te geven in plaats van ze te dicteren. De weerstand tegen verandering en de vrees voor jobverlies was echter aanzienlijk en de facto was het dicteren van teksten in alle Europese persagentschappen in het begin van de jaren ‘90 nog steeds gemeengoed. Pas toen e-mail voorgoed de fax zou vervangen werd het pleit definitief beslecht.
Teletext, een andere innovatie uit de jaren 80, was wel meteen een succes. Het nieuwe medium werd aanvankelijk als een bedreiging gezien, want voor het eerst in de geschiedenis verloren persagentschappen hun monopolie om real time nieuws via netwerken te verspreiden. Publieke omroepen en dagbladen vochten daarenboven een juridische strijd uit over wie het exclusief gebruiksrecht had op deze technologie. De omroepen wonnen de strijd. Belga leverde het nieuws aan voor teletext en de omroepen werden er officieel de uitgevers van.
Begin jaren ‘90 deden databases voor het eerst hun intrede in de mediabedrijven. Aanvankelijk konden journalisten en zakelijke gebruikers tegen betaling toegang krijgen tot internationale persdatabanken, die consulteerbaar waren via inbelmodems over telefoonlijnen. Financial Times, Reuters, Lexis-Nexis en Dow Jones waren internationaal de koplopers. In Nederland kon je alle kranten consulteren via de Nederlandse Persdatabank. In België stuitte Central Station, het gezamenlijk initiatief van alle Belgische krantenuitgevers, op verzet van de journalisten wegens het ontbreken van een auteursrechtelijke regeling.
Vanaf eind jaren ‘90 kon men persdatabanken ook consulteren via het prille internet. De Vlaamse en Franstalige uitgevers maakten dankbaar gebruik van deze nieuwe technologie om hun eigen persdatabanken op te richten. Ditmaal wel met oog voor de auteursrechten.
Belga archiveert sinds 1995 alle berichten in een eigen digitaal archief. Vanaf 2000 werd dit archief geëxploiteerd door Mediargus, de persdatabank van Vlaamse krantenuitgevers. Mediargus zou later fuseren met zijn Franstalige tegenhanger Pressbanking tot het monitoring platform Gopress, dat in 2015 op zijn beurt werd overgenomen door Belga.
Door die overname beschikt het persagentschap vandaag over een zeer uitgebreide database van alle kranten, tijdschriften, online- en agentschapsartikelen sinds de jaren ‘90, met real time updates. Naast de archieven die vooral voor journalisten, academici en bibliotheken relevant zijn, biedt Gopress ook diensten inzake monitoring en persoverzichten voor bedrijven en overheden aan.
Anno 2020 lanceert Belga de applicatie belga.press die alle diensten van Belga en Gopress combineert en de journalist of zakelijke gebruiker toegang geeft tot de berichtgeving van alle nieuwsmedia van België en de buurlanden, zowel in real time als in archiefvorm. Het nieuwe platform gebruikt de knowhow en de algoritmes van het persagentschap om regionaal en nationaal nieuws uit kranten en tijdschriften, vanop nieuwssites, social media en radio- en televisie op een intelligente wijze te ontsluiten voor de gebruiker. De toepassing werkt op mobiele toestellen en pc’s.
In 2020 rolt Belga intern ook een nieuw redactioneel platform uit. Dit zal de redactie in staat stellen om de workflow aan te passen aan de noden van het derde decennium van de 21ste eeuw. Het is een open source platform gemaakt door en voor journalisten, in samenwerking tussen verschillende persagentschappen. Belga heeft bij het uitbreken van de COVID-19 pandemie meteen iedereen laten telewerken en dankzij de uitstekende dienstverlening van onze IT-afdeling heeft dat geen noemenswaardige problemen opgeleverd. Ook voor de toekomst zet Belga in op een mix van kantoor- en telewerk. Het nieuwe redactionele systeem maakt dat perfect mogelijk.
Uit het verleden leren we hoe belangrijk technologie is voor een persagentschap. We hebben geleerd om innovaties niet als een bedreiging te zien, zoals in de tijd van teletext, maar als een opportuniteit. De manier waarop het persagentschap ingespeeld heeft op de opkomst van het internet geeft hier duidelijk blijk van. Met een verbetering van de dienstverlening aan media, overheden en bedrijven, met de introductie van nieuwe diensten inzake monitoring, archieven, digitale fotografie, video- en audioberichtgeving heeft Belga het internet omhelsd en van bij de start tot bondgenoot gemaakt.
Ook het gebruik van de sociale media getuigt van een sterk aanpassingsvermogen en degelijke toekomstbestendigheid. Vandaag vormt X (Twitter) voor de redactie een interessante nieuwsbron, naast de rechtstreekse contacten, persconferenties en de vele persberichten die Belga nog ontvangt. Verder is het agentschap ook zelf, maar met de nodige terughoudendheid, aanwezig op deze sociale media om de eigen reputatie en betrouwbaarheid in de verf te zetten.
TWEETALIGE BERICHTGEVING
Van bij de start werd er ook gedacht aan tweetaligheid, al bleek dit in de praktijk geen evidentie. Vanaf 1925 versloeg Belga alle belangrijke nationale plechtigheden en ook het parlementair nieuws werd verzorgd door verslaggevers ter plaatse. Reeds in 1922 overwoog de raad van beheer van Belga om een Vlaamse dienst op te richten. De Vlaamse pers speelde op dat moment echter nog geen belangrijke rol en het bleek uiterst moeilijk om in Brussel geschoold personeel te vinden dat ook goed Nederlands kende. Vanaf 1938 werd een Vlaming aangeworven als correspondent in Nederland. Op die manier werden de eerste Nederlandstalige berichten bezorgd aan de Vlaamse kranten. Het voorstel van de directie om de hele berichtgeving in de twee talen te verzorgen, werd datzelfde jaar nog afgeschoten. De Vlaamse kranten wensten niet extra te betalen voor deze dienst en de Franstalige bladen waren niet bereid om een deel van de kosten te dragen.
Op de eerste Algemene Vergadering na de Tweede Wereldoorlog kwam men tot inkeer en werd Belga officieel tweetalig. Alle berichten werden voortaan ondertekend met “Agentschap Belga/Agence Belga”. De correspondent uit Nederland kreeg de opdracht om Nederlandstalig personeel aan te werven en op te leiden en had het toezicht over de Nederlandstalige kopij. De totale kosten werden verdeeld over alle cliënten en ditmaal was er geen discussie. Vanaf 1970 werd de redactie opgesplitst in een Nederlands- en Franstalige deelredactie.
Anno 2020 is Belga nog steeds perfect tweetalig. De leiding is in handen van één hoofdredacteur, elke deelredactie heeft aan het hoofd een eigen adjunct-hoofdredacteur.
Terwijl het medialandschap in België reeds jaren opgedeeld is, vormt Belga dus een unicum. Heel wat berichtgeving en beeldmateriaal is immers relevant voor beide taalgroepen. Dat is zo voor internationaal nieuws, sport- en economieberichtgeving, en ook voor de verslaggeving inzake Europese en federale politiek.
We merken enerzijds dat onze deelredacties steeds meer een regionale focus krijgen en anderzijds dat Belga een brugfunctie vervult tussen media van het noorden en het zuiden zodat de publieke opinie kan ingelicht blijven van wat er speelt over de taalgrens.
Met onze voeten verankerd in het centrum van Brussel in de nabijheid van de Wetstraat en de Europese wijk, en met onze redactionele expertise in elke regio, zijn we klaar voor de evoluties van onze instellingen en regio’s. Ook in de toekomst blijft Belga een schakel tussen de taalgroepen en regio’s. Onze redactionele expertise en kostenefficiëntie zullen hun nut blijven bewijzen, zowel op internationaal, Europees en Belgisch niveau, als voor de eigen berichtgeving in de regio’s. Daarenboven kan het internationale netwerk dat Belga uitgebouwd heeft met buitenlandse persagentschappen, nieuwsmedia en instellingen dienstbaar zijn voor regionale overheden, instellingen en bedrijven.
CONGO
De rol van het persagentschap in Congo was aanvankelijk vrij beperkt. Het “Technisch Comité” verzocht Belga in 1930 een nieuwsdienst vanuit Congo te verzorgen. Vanaf 1937 werd hiervoor beroep gedaan op een correspondent ter plaatse die dagelijks een telegram van hoogstens 50 woorden naar Brussel stuurde. Deze beperkte dienst werkte tot het uitbreken van de oorlog. Vanaf 1947 organiseerde Belga een redactioneel onafhankelijk bureau in Congo. In 1957 seinde dit bureau ongeveer 20.000 woorden per dag via telex naar zijn abonnees in Afrika, tegen slechts 2.500 woorden voor de abonnees in Brussel. Na de onafhankelijkheid werd het agentschap overgenomen door het door premier Patrice Lumumba opgerichte Congolese persagentschap A.C.P.
Omwille van de historische band met Congo besteedt Belga nog steeds behoorlijk wat redactionele aandacht aan de Afrikaanse actualiteit, al komt de grondstof van deze berichtgeving deels van onze Franse partners van AFP. Op staatsbezoeken en handelsmissies sturen we natuurlijk nog steeds onze eigen verslaggevers mee.
In de nabije toekomst zal er wellicht heel wat te doen zijn omtrent de koloniale geschiedenis en de toekomst van de relaties tussen België en Congo. Belga staat vandaag klaar om zoals steeds op een onafhankelijke en feitelijke wijze over deze ontwikkelingen te berichten.
PERSVRIJHEID
De Tweede Wereldoorlog heeft Belga geleerd wat de waarde van een onafhankelijke redactie is en hoe broos en vluchtig de persvrijheid is.
Vanaf 18 mei 1940 kwam het persagentschap in handen van de Duitsers onder leiding van het Duitse persagentschap D.N.B. en verstuurden de Duitsers berichten onder de naam Belgapress. Een deel van de Belga-medewerkers bleef zich moedig tegen de Duitsers verzetten, eerst vanuit Oostende en later vanuit Le Havre en Poitiers. Ook in Antwerpen bleef er een administratieve zetel actief tot de voorzitter, drie leden van de raad van bestuur, verschillende personeelsleden en directeur François Peeters werden opgepakt door de SiPo. Op 27 mei 1941, twee dagen na zijn vrijlating, overleed directeur Peeters.
Op 5 september 1944, vrijwel onmiddellijk na de bevrijding van Brussel, ging Belga weer aan het werk als onafhankelijk persagentschap.
Ook reeds voor de oorlog stonden de grote agentschappen sterk onder de invloed van hun nationale regeringen. Daarom kwam het Nederlandse ANP met het idee om vanaf 1939 rechtstreeks nieuws uit te wisselen tussen de kleinere onafhankelijke persagentschappen om te vermijden dat hun berichtgeving door de grote agentschappen en hun overheden om politieke redenen zou aangepast worden. België, Nederland en de vier Scandinavische landen richtten daartoe de “Groep 39” op, die tot op vandaag nog een actieve rol speelt in de sector.
We mogen nooit vergeten hoe belangrijk een onafhankelijk persagentschap is voor onze democratie en onze vrijheid. Anno 2020 worden we geconfronteerd met de grootste pandemie van de laatste 100 jaar, met een economische crisis die doet denken aan het einde van de jaren ‘40, met een onstabiele politieke context waarin gezagsdragers en belangengroeperingen de bevolking naar hun hand proberen te zetten met “alternatieve” feiten en met geautomatiseerde manipulaties van de publieke opinie via sociale media.
In deze context, nog meer dan anders, kan geen enkel mediabedrijf zich de luxe permitteren om het zonder de stille kracht van een persagentschap te doen. De grondstof die de Belga-redactie buiten de spotlights, 24 uur per dag, 7 dagen op 7 levert, helpt elk nieuwsmerk om betrouwbaar en integer te blijven in deze woelige tijden.
Ook voor de overheden, bedrijven en organisaties die dit land rijk is, vormt de feitelijke informatie van het persagentschap de zuurstof die het maatschappelijk debat nodig heeft. Van Belga weet men dat de informatie op waarachtigheid gecheckt wordt en dat die enkel verspreid wordt wanneer er zekerheid over de juistheid ervan is.
Onze journalisten, medewerkers, managers en bestuurders zijn trots op de reputatie die Belga de afgelopen 100 jaar heeft opgebouwd. We kijken ernaar uit om de komende jaren deze reputatie blijvend eer aan te doen en ook in de komende eeuw met onze stakeholders mee te evolueren en het nieuws in woord, beeld en dienstverlening betrouwbaar en betaalbaar te houden voor alle media, overheden en bedrijven.